aanspreker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanspreker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansprekər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·spre·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanspreker aansprekers
verkleinwoord aansprekertje aansprekertjes

Zelfstandig naamwoord

deaansprekerm

  1. (beroep) de aanzegger van een sterfgeval en de persoon die de begrafenis of crematie regelt
    • De aanspreker maakte het plotselinge overlijden van Petra bekend. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord aanspreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.