aantastbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aantastbaar (hulp, bestand)
- IPA: / anˈtɑs(t)bar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·tast·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aantastbaar | aantastbaarder | aantastbaarst |
verbogen | aantastbare | aantastbaardere | aantastbaarste |
partitief | aantastbaars | aantastbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aantastbaar [1]
- aangetast kunnen worden
- In de machines werden de straatvegers al minder aantastbaar en dus minder minachtbaar. En nu zal dus ook de vuilophaler verdwijnen. Zo raakt de burger zijn laagste knecht kwijt. De laagste plaats van de maatschappelijke ladder is weer vacant. Wie maken we nu tot de meest geminachte?[2]
Antoniemen
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Godschalk NRC 21 oktober 1993
Gangbaarheid
- Het woord 'aantastbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.