aanvatte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvatte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱvɑtə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·vat·te

Werkwoord

vervoeging van
aanvatten

aanvatte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvatten
    • ... dat ik aanvatte. 
    • ... dat jij aanvatte. 
    • ... dat hij, zij, het aanvatte. 
vervoeging van
aanvatten

aanvatte

  1. (in een bijzin) aanvoegende wijs van aanvatten
    • ... dat men aanvatte. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanvatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.