aanvecht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvecht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱvɛxt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·vecht

Werkwoord

vervoeging van
aanvechten

aanvecht

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvechten
    • ... dat ik aanvecht. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvechten
    • ... dat jij aanvecht. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvechten
    • ... dat hij aanvecht. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanvecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.