aanvielen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvielen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvilə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vie·len
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvallen |
aanvielen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvallen
- ...dat wij aanvielen.
- ...dat jullie aanvielen.
- ...dat zij aanvielen.
- ...dat wij aanvielen.
Gangbaarheid
- Het woord aanvielen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.