aanvochten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvochten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱvloxtə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·voch·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanvechten

aanvochten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvechten
    • ...dat wij aanvochten. 
    • ...dat jullie aanvochten. 
    • ...dat zij aanvochten. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanvochten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.