aanvoelden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvoelden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱvuldə(n)/ (3 lettergrepen)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈanvuɫdə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈanvuldə(n)/
Woordafbreking
  • aan·voel·den

Werkwoord

vervoeging van
aanvoelen

aanvoelden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvoelen
    • ...dat wij aanvoelden. 
    • ...dat jullie aanvoelden. 
    • ...dat zij aanvoelden. 
     Hij knipperde een paar maal met zijn ogen, waarna zijn oogleden een stuk minder zwaar aanvoelden. De overdadige lunch eiste zijn tol.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord aanvoelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.