aanwezen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanwezen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱwezə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·we·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanwezen [2]

  1. tegenwoordigheid, existentie, aanzijn [3]

Werkwoord

vervoeging van
aanwijzen

aanwezen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwijzen
    • ...dat wij aanwezen. 
    • ...dat jullie aanwezen. 
    • ...dat zij aanwezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanwezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.