aanwonnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanwonnen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·won·nen

Werkwoord

vervoeging van
aanwinnen

aanwonnen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwinnen
    • ...dat wij aanwonnen. 
    • ...dat jullie aanwonnen. 
    • ...dat zij aanwonnen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanwonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.