aardje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aardje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aard·je

Zelfstandig naamwoord

het aardje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aard
Uitdrukkingen en gezegden
  • een aardje naar zijn vaartje
veel lijken op zijn vader
∗ Er werd beweerd dat hij een aardje naar zijn vaartje had, een type voor wie de meisjes op hun hoede moesten zijn.[1]

Verwijzingen

  1. ↑
    Victoria Holt
    “Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.