abarcar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /a.bar.ˈkar/
Woordafbreking
  • a·bar·car

Werkwoord

abarcar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abarcar
abarcaba
abarcado
volledig
  1. overgankelijk omvatten, bevatten, beslaan
  2. op zich nemen, aanvaarden
  3. omvatten, omspannen
  4. beseffen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.