abbreviërend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abbreviërend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ab·bre·vi·e·rend

Werkwoord

vervoeging van: abbreviëren
verbogen vorm: abbreviërende

abbreviërend

  1. onvoltooid deelwoord van abbreviëren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.