abbrevieerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: abbrevieerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ab·bre·vi·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
abbreviëren |
abbrevieerden
- meervoud verleden tijd van abbreviëren
- Wij abbrevieerden.
- Jullie abbrevieerden.
- Zij abbrevieerden.
- Wij abbrevieerden.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.