abdiserende

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɑbdɪˈseːɾənə /
Woordafbreking
  • ab·di·se·ren·de
Woordherkomst en -opbouw
  1. Bijvoeglijk gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Noorse werkwoord abdisere
  2. Werkwoord: Noorse bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel ab-, met het achtervoegsel -ere en met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud abdiserende
o enkelvoud abdiserende
meervoud abdiserende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
abdiserende

Bijvoeglijk naamwoord

abdiserende

  1. afdankend, abdicerend

Werkwoord

abdiserende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van abdisere
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.