abdisere

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɑbdɪˈseːɾə /
Woordafbreking
  • ab·di·se·re
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 69046
vervoeging
onbepaalde wijs abdisere
tegenwoordige tijd abdiserer
verleden tijd abdiserte
voltooid
deelwoord
abdisert
onvoltooid
deelwoord
abdiserende
lijdende vorm abdiseres
gebiedende wijs abdiser
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

abdisere

  1. onovergankelijk abdiceren, abdiqueren, afstand doen van de troon, aftreden
    «Dronning Margrethe av Danmark har ingen planer om å abdisere
    Koningin Margrethe van Denemarken heeft geen plannen om afstand te doen van de troon.
  2. onovergankelijk, (figuurlijk) afdanken, ontslaan
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɑbdɪˈseːɾə /
Woordafbreking
  • ab·di·se·re
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs abdisere
abdisera
tegenwoordige tijd abdiserer
verleden tijd abdiserte
voltooid
deelwoord
abdisert
onvoltooid
deelwoord
abdiserande
lijdende vorm abdiserast
gebiedende wijs abdiser
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

abdisere

  1. onovergankelijk abdiceren, afstand doen van de troon, abdiqueren, aftreden
  2. (figuurlijk), onovergankelijk afdanken, ontslaan
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.