abjura

Frans

Werkwoord

vervoeging van
abjurer

abjura

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van abjurer

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
abjurar

abjura

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abjurar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abjurar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.