abocar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /a.βoˈkaɾ/
Woordafbreking
  • a·bo·car

Werkwoord

abocar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abocar
abocaba
abocado
volledig
  1. onovergankelijk (~ a) leiden tot, resulteren in
  2. overgankelijk overhevelen, overgieten, decanteren
  3. dichterbij zetten, naderbij brengen
  4. met de mond pakken
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.