abonneert

Uitspraak

• Geluid:  abonneert    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• abon·neert

Werkwoord

abonneert

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
   

   • Jij abonneert. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
   

   • Hij abonneert. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van abonneren
   

   • Abonneert! 

Gangbaarheid

• Het woord abonneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.