aburrir

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aburrir
aburría
aburrido
volledig

Werkwoord

aburrir

Woordafbreking
  • a·bu·rrir
  • overgankelijk
  1. vervelen, hinderen, ergeren
Synoniemen
  • [1] hastiar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.