abut

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /əˈbʌt/
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  abut 
he/she/it  abuts 
verleden tijd  abutted 
voltooid
deelwoord
 abutted 
onvoltooid
deelwoord
 abutting 
gebiedende wijs  abut 

Werkwoord

abut

  1. overgankelijk raken aan, grenzen aan, leunen tegen
Typische woordcombinaties
  • abut against
  • abut on
  • abut upon

Gangbaarheid

54 %van de Amerikanen;
50 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.