accordeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: accordeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ac·cor·deer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
accorderen |
accordeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accorderen
- Ik accordeer.
- gebiedende wijs van accorderen
- Accordeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accorderen
- Accordeer je?
Gangbaarheid
- Het woord accordeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.