accorderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  accorderen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑ.kɔr.'de.rən/ (4 lettergrepen), /ɑkɔr'derə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ac·cor·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overeenkomen, overeenstemmen’ voor het eerst aangetroffen in 1281 [1]
  • afgeleid van het Franse accorder (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
accorderen
accordeerde
geaccordeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

accorderen

  1. overgankelijk tot een akkoord komen, het eens worden
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • veraccorderen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord accorderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.