accumuleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  accumuleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ac·cu·mu·leert

Werkwoord

vervoeging van
accumuleren

accumuleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accumuleren
    • Jij accumuleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accumuleren
    • Hij accumuleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van accumuleren
    • Accumuleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord accumuleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.