ademde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ademde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • adem·de

Werkwoord

vervoeging van
ademen

ademde

  1. enkelvoud verleden tijd van ademen
    • Ik ademde. 
    • Jij ademde. 
    • Hij, zij, het ademde. 
     Eenmaal in de gang, leunde ze tegen de muur en ademde zwaar.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord ademde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.