adjust

Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to  adjust 
he/she/it  adjusts 
verleden tijd  adjusted 
voltooid
deelwoord
 adjusted 
onvoltooid
deelwoord
 adjusting 
gebiedende wijs  adjust 

Werkwoord

adjust

  1. overgankelijk aanpassen, bijstellen
  2. overgankelijk afstellen, afstemmen
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.