adjusteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: adjusteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ad·jus·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
adjusteren |
adjusteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adjusteren
- Ik adjusteer.
- gebiedende wijs van adjusteren
- Adjusteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adjusteren
- Adjusteer je?
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.