adjusteerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adjusteerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ad·jus·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
adjusteren

adjusteerden

  1. meervoud verleden tijd van adjusteren
    • Wij adjusteerden. 
    • Jullie adjusteerden. 
    • Zij adjusteerden. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.