adoptar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
adoptar
adoptaba
adoptado
volledig

Werkwoord

adoptar

Woordafbreking
  • a·dop·tar
  • overgankelijk
  1. adopteren
  2. aannemen
  3. overnemen (zich eigen maken), aanleren
Synoniemen
  • [1] prohijar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.