afear

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afear
afeaba
afeado
volledig

Werkwoord

afear

Woordafbreking
  • a·fe·ar
  • overgankelijk
  1. ontsieren, misvormen
  2. afkeuren
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.