afgrijselijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afgrijselijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·grij·se·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van afgrijzen met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afgrijselijkafgrijselijkerafgrijselijkst
verbogen afgrijselijkeafgrijselijkereafgrijselijkste
partitief afgrijselijksafgrijselijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

afgrijselijk

  1. verschrikkelijk.
    • Hij maakte laatst een afgrijselijke gebeurtenis mee. 
  2. erg lelijk
    • Wat een afgrijselijke kleur is dat, zeg! 

Bijwoord

afgrijselijk

  1. in hoge mate
    • Dat is echt een afgrijselijk nare gebeurtenis. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afgrijselijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.