afklemden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afklemden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·klem·den

Werkwoord

vervoeging van
afklemmen

afklemden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afklemmen
    • ...dat wij afklemden. 
    • ...dat jullie afklemden. 
    • ...dat zij afklemden. 

Gangbaarheid

  • Het woord afklemden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.