afkondigden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afkondigden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·kon·dig·den

Werkwoord

vervoeging van
afkondigen

afkondigden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afkondigen
    • ...dat wij afkondigden. 
    • ...dat jullie afkondigden. 
    • ...dat zij afkondigden. 

Gangbaarheid

  • Het woord afkondigden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.