afleggertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afleggertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·leg·ger·tje

Zelfstandig naamwoord

hetafleggertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aflegger

Gangbaarheid

  • Het woord afleggertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.