afligirse

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afligirse
afligía
afligido
volledig

Werkwoord

afligirse

Woordafbreking
  • a·fli·gir·se
  • wederkerend
  1. treuren, verdriet hebben, bedroefd zijn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.