afnemend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afnemend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑfnemənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • af·ne·mend

Werkwoord

vervoeging van: afnemen
verbogen vorm: afnemende

afnemend

  1. onvoltooid deelwoord van afnemen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afnemendafnemenderafnemendst
verbogen afnemendeafnemendereafnemendste
partitief afnemendsafnemenders-

Bijvoeglijk naamwoord

afnemend

  1. kleiner worden van de verlichting van de maan in de periode van volle tot nieuwe maan in
    • Morgen is het 's-nachts donkerder dan vandaag want er is een afnemende maan. 
  2. achteruitgaand
    • Er is een afnemende welvaart in ons land.  
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afnemend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.