aforrar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aforrar
aforraba
aforrado
volledig

Werkwoord

aforrar

Woordafbreking
  • a·fo·rrar
  • overgankelijk
  1. voeren (v. kleding)
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.