afpeilde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afpeilde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·peil·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afpeilen |
afpeilde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afpeilen
- ... dat ik afpeilde.
- ... dat jij afpeilde.
- ... dat hij, zij, het afpeilde.
- ... dat ik afpeilde.
Gangbaarheid
- Het woord afpeilde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.