aframmelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aframmelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ram·melt

Werkwoord

vervoeging van
aframmelen

aframmelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen
    • ... dat jij aframmelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen
    • ... dat hij aframmelt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aframmelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.