aframmelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aframmelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ram·me·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aframmelen
rammelde af
afgerammeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aframmelen [1] [2]

  1. overgankelijk, (informeel) een pak rammel geven, afranselen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aframmelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.