africhtte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  africhtte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·richt·te

Werkwoord

vervoeging van
africhten

africhtte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van africhten
    • ... dat ik africhtte. 
    • ... dat jij africhtte. 
    • ... dat hij, zij, het africhtte. 

Gangbaarheid

  • Het woord africhtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.