afroffelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afroffelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·rof·fel·de

Werkwoord

vervoeging van
afroffelen

afroffelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afroffelen
    • ... dat ik afroffelde. 
    • ... dat jij afroffelde. 
    • ... dat hij, zij, het afroffelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord afroffelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.