afroffelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afroffelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·rof·fe·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afroffelen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afroffelen
roffelde af
afgeroffeld
zwak -d volledig
  1. iets snel en slordig voltooien
  2. aframmelen, afranselen
  3. afschaven
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afroffelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.