afschatte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afschatte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·schat·te
Woordherkomst en -opbouw
- afschat ww met de uitgang -e
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afschatten |
afschatte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschatten
- ... dat ik afschatte.
- ... dat jij afschatte.
- ... dat hij, zij, het afschatte.
- ... dat ik afschatte.
- (in een bijzin) aanvoegende wijs van afschatten
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord afschatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.