afscheidbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afscheidbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·scheid·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afscheidbaarafscheidbaarderafscheidbaarst
verbogen afscheidbareafscheidbaardereafscheidbaarste
partitief afscheidbaarsafscheidbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

afscheidbaar

  1. van een ruimte dat je het kunt afsluiten, afgrenzen van een andere ruimte
    • Doormiddel van deze schuifwand kunnen we van deze zaal twee afscheidbare ruimtes maken. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'afscheidbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.