afspeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afspeel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·speel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afspelen |
afspeel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelen
- ... dat ik afspeel.
Gangbaarheid
- Het woord afspeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.