afstamde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afstamde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·stam·de

Werkwoord

vervoeging van
afstammen

afstamde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afstammen
    • ... dat ik afstamde. 
    • ... dat jij afstamde. 
    • ... dat hij, zij, het afstamde. 

Gangbaarheid

  • Het woord afstamde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.