afstammen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afstammen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑfstɑmə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • af·stam·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afstammen
stamde af
afgestamd
zwak -d volledig

Werkwoord

afstammen

  1. ergatief ~ van: een nakomeling zijn van
  2. ergatief in directe lijn teruggevoerd kunnen worden
    • Het Nederlands stamt af van het West-Germaans. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afstammen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.