afstraalde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afstraalde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·straal·de

Werkwoord

vervoeging van
afstralen

afstraalde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afstralen
    • ... dat ik afstraalde. 
    • ... dat jij afstraalde. 
    • ... dat hij, zij, het afstraalde. 
     ‘We hebben het weer overleefd.’ Hierna trok hij een gezicht waar tevredenheid van afstraalde.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afstraalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.