afvaardigingetje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvaardigingetje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·vaar·di·gin·ge·tje

Zelfstandig naamwoord

hetafvaardigingetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afvaardiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.