afvalt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvalt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·valt

Werkwoord

vervoeging van
afvallen

afvalt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvallen
    • ... dat jij afvalt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvallen
    • ... dat hij afvalt. 
     Dat is een punt waar de heuvel plotseling ophoudt en steil naar beneden afvalt.[1]
     Neeltje staat perplex wanneer Jacob haar in zekere zin afvalt en het op een geestelijk probleem gooit.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord afvalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
  2. “Het verdwenen kind” (2024), Davey Jones Publishing, ISBN 9789464934021
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.